Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op [47]dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden [48]uitriep. 47. Te weten, die te Bethel van Jerobeam opgericht was, vs.15. 48. Dat is, voorzeide; te weten meer dan drie honderd jaren tevoren. Zie 1 Kon.13:2, en vergelijk daarmede wat hier staat en onder, vs.20.